Overzichten | Lasten na Voorjaarsnota (wijziging 1 t/m 9) | Baten na Voorjaarsnota (wijziging 1 t/m 9) | Totaal Voorjaarsnota (wijziging 1 t/m 9) | Lasten Najaarsnota | Baten Najaarsnota | Totaal Najaarsnota | Bijgestelde Lasten na Najaarsnota (wijziging 1 tem 13) | Bijgestelde Baten na Najaarsnota (wijziging 1 t/m 13) | Totaal bijgesteld Najaarsnota (wijziging 1 t/m 13) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Overzicht Algemene dekkingsmiddelen | -8.444.457 | 213.356.177 | 204.911.720 | 2.998.620 | 3.814.473 | 6.813.093 | -5.445.837 | 217.170.650 | 211.724.813 |
Overzichten overhead | -28.685.173 | 299.367 | -28.385.806 | -828.888 | 0 | -828.888 | -29.514.061 | 299.367 | -29.214.694 |
Overzichten VPB en onvoorzien | -10 | 0 | -10 | 144.644 | 0 | 144.644 | 144.634 | - | 144.634 |
Totaal overzichten | -37.129.640 | 213.655.544 | 176.525.904 | 2.314.376 | 3.814.473 | 6.128.849 | -34.815.264 | 217.470.017 | 182.654.753 |
Het saldo van de algemene dekkingsmiddelen stijgt met ruim € 6,8 miljoen tot ruim € 211,7 miljoen voordelig. Dit wordt veroorzaakt door € 3 miljoen lagere lasten en € 3,8 miljoen hogere baten. De belangrijkste wijzigingen zijn:
Bijstellingen x € 1.000 | Lasten | Baten |
---|---|---|
Lagere reclameopbrengsten bedrijven investeringszones (BIZ) Binnenstad | - | -150 |
Lagere lasten nog te bestemmen middelen | 2.806 | - |
Hogere baten gemeentefonds | - | 3.969 |
Lagere lasten en hogere baten eigen financieringsmiddelen | 193 | 29 |
Lagere inkomsten deelnemingen | - | -34 |
Totaal lasten en baten | 2.999 | 3.814 |
TOELICHTING EXPLOITATIE
Het ondernemingsfonds Binnenstad Purmerend is per 1 januari 2023 beëindigd. Vanaf deze datum is gestart met de Bedrijven InvesteringsZone (BIZ) Binnenstad (besluit 1570962). Voor alle ondernemers van de Binnenstad is de BIZ-heffing ingevoerd voor een periode van 5 jaar. De ondernemer die op 1 januari van het jaar gebruiker is van een bedrijfsruimte in het BIZ-gebied betaalt een heffing. Als de bedrijfsruimte op 1 januari niet in gebruik is, betaalt de eigenaar van de bedrijfsruimte. Hiermee komt de reclameopbrengst van € 150.000 te vervallen en is dit ondergebracht bij programma 9 Economie.
In het onderdeel nog te bestemmen middelen is een aantal collectieve stelposten voor de gemeentebegroting opgenomen. Deze stelposten betreffen de ontwikkeling van lonen, prijzen en subsidies.
Actualisatie loon- en prijsontwikkeling (LPO)
In de begroting is een stelpost opgenomen betreffende de ontwikkeling van prijzen van materiële budgetten. Gezien de excessieve stijgingen wordt er vanuit verschillende disciplines aanspraak gedaan op deze collectieve stelpost in deze Najaarsnota (o.a. vastgoed/huisvesting, tractiemiddelen, bedrijfsvoering, IHP) van € 0,53 miljoen. Hierdoor resteert er nog een bedrag van € 0,51 miljoen op de stelpost LPO. Deze stelpost valt in deze nota vrij ten gunste van de algemene reserve.
De gemiddelde stijging van de loonsom komt uit op 7,23% voor 2023. Het financiële effect van de ophoging van de loonkosten was meegenomen in de Voorjaarsnota als stelpost onder de nog te bestemmen middelen. In de Najaarsnota heeft de actualisatie en de verdeling van de loonkosten op de programma's plaatsgevonden, waardoor de stelpost voor € 1,41 miljoen vrijvalt. Doordat de laatste jaren op diverse functies inpassingen gedaan zijn (herwaardering), zijn er over het algemeen per organisatieonderdeel nog slechts kleine verschillen tussen de formatie en de inschaling. De budgetten voor schaalverschillen van € 0,35 miljoen zijn daarom komen te vervallen en ten gunste van de algemene reserve gebracht. Het financiële risico op een overschrijding binnen de programma’s is minimaal.
In deze Najaarsnota vindt er op bovenstaande onderwerpen een gezamenlijke bijstelling plaats van € 2,8 miljoen (lagere last).
Gemeentefonds
De inkomsten uit het gemeentefonds stijgen met bijna € 4 miljoen waarmee het totale fonds voor Purmerend uitkomt op bijna € 195,1 miljoen. De stijging wordt veroorzaakt door ontwikkelingen in de mei- en septembercirculaire 2023. Samengevat is de stijging van de omvang van het gemeentefonds als volgt verdeeld:
Onderdeel (x € 1.000) | Bedrag | I/S | Programma | |
---|---|---|---|---|
a. Taakmutaties (TM) en integratie (IU)/decentralisatie-uitkeringen (DU): | ||||
1.Flankerend beleid energiearmoede (TM) | 207 | I | 02. Samenleving/W&I | |
2. Dienstverlening gemeente aanpak armoede en schulden (TM) | 165 | S | 02. Samenleving/W&I | |
3. Beschermd wonen (IU), loon- en prijsbijstelling | 377 | S | 02. Samenleving/MO | |
4. Participatie (IU), loon- en prijsbijstelling | 402 | S | 02. Samenleving/W&I | |
5. Leerlingenvervoer Oekraïne (DU) | 120 | I | 02. Samenleving/MO | |
6. Taal voor ontheemden uit Oekraïne (DU) | 81 | I | 02. Samenleving/MO | |
7. Maatschappelijke begeleiding statushouders (DU) | 74 | I | 02. Samenleving/W&I | |
8. Nationaal actieplan dakloosheid (DU) | 210 | I | 02. Samenleving/MO | |
9. Brede school sport en cultuur/combinatiefuncties (DU) | -410 | S | 02. Samenleving/Onderwijs | |
10. Wet goed verhuurderschap (TM) | 29 | I | 03. Wonen | |
11. Veilig wonen (DU) | 7 | I | 10. Bestuur en concern | |
b. Financieel effect: | ||||
Effect mei- en septembercirculaire 2023: |
|
|
| |
Totaal omvang gemeentefonds | 3.969 |
a. Taakmutaties, integratie- en decentralisatieuitkeringen
Hieronder volgt een toelichting op de grootste taakmutaties. Dit zijn posten uit het gemeentefonds die een beleidsdoel hebben en worden toegevoegd aan de programma’s/beleidsvelden. Daarmee verlopen deze mutaties budgettair neutraal oftewel: ze hebben geen invloed op het begrotingssaldo.
1 en 2. Armoedebeleid
Om de stapeling van sociale en maatschappelijke problemen als gevolg van de hoge inflatie te voorkomen wordt in 2023 landelijk € 50 miljoen aan gemeenten beschikbaar gesteld. Dit budget kan worden gebruikt voor de extra inzet op het gebied van vroegsignalering en het verwachte extra beroep op bijzondere bijstand. Voor nu wordt dit incidentele budget in 2023 van € 207.000 opgenomen op het beleidsveld Werk en Inkomen.
De Aanpak Geldzorgen, Armoede en Schulden is in juli 2022 aan de Tweede Kamer gepresenteerd. Voor deze aanpak is in 2023 landelijk € 40 miljoen beschikbaar voor de investering in betere dienstverlening op het gebied van armoede en schulden. Met deze middelen is het mogelijk om aan de slag te gaan met de prioriteiten van de Aanpak Geldzorgen, Armoede en Schulden (bijvoorbeeld het verdubbelen van het gebruik van schuldhulpverlening en het tegengaan van kinderarmoede). Dit incidentele budget voor 2023 van € 166.000 wordt geraamd op het beleidsveld werk en inkomen.
3 en 4. Integratie uitkeringen sociaal domein (beschermd wonen en participatie)
Aan de budgetten beschermd wonen en participatie is de prijs- en loonindex aangepast naar het prijspeil 2023 met respectievelijk 7,1% en 6,4%. Deze structureel hogere budgetten worden geraamd aan de uitgavenzijde van het beleidsveld Werk en inkomen (2023 € 695.000). In de Voorjaarsnota van het rijk is besloten om gemeenten te compenseren voor de bijzondere verhoging van het wettelijk minimumloon voor medewerkers in de Wsw. Dit betreft een meerjarige reeks die wordt toegevoegd aan het Wsw-onderdeel in deze integratie-uitkering. De bedragen in de reeks lopen af met de afbouw van de Wsw tot 2048. Deze structureel hogere budgetten circa € 84.000 worden geraamd aan de uitgavenzijde van het beleidsveld Werk en inkomen.
5 en 6. Extra incidentele middelen Oekraïne
Voor 2023 zijn er incidentele middelen beschikbaar gesteld om het gemeentelijk aanbod van taalonderwijs aan volwassen ontheemden uit Oekraïne te stimuleren. Verder is er een incidentele tegemoetkoming voor de kosten leerlingenvervoer aan leerlingen uit Oekraïne. Deze tegemoetkoming zijn gebaseerd op het aantal geregistreerde kinderen uit Oekraïne tot en met juli 2023. De hogere budgetten op deze onderdelen worden voor 2023 toegevoegd aan het beleidsveld Maatschappelijke ondersteuning.
8. Nationaal actieplan dakloosheid
Het voornemen bij de Voorjaarsnota van het rijk is om landelijk vanaf 2024 structureel € 55 miljoen naar het gemeentefonds over te hevelen. Hierover vinden nog gesprekken plaats tussen onder andere VNG en het rijk. Voor nu wordt incidenteel voor 2023 landelijk € 55 miljoen beschikbaar gesteld voor het voorkomen van dakloosheid en het realiseren van woonplekken met passende ondersteuning voor (dreigend) dakloze jongeren en volwassen. De uitgaven op het beleidsveld maatschappelijke ondersteuning wordt voor 2023 met een incidenteel bedrag van € 210.000 verhoogd.
9. Brede school sport en cultuur/combinatiefuncties
In februari 2023 is de regeling specifieke uitkering sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en sociale basis 2023-2026 (Brede SPUK SGCS) gepubliceerd. Voor de bestaande Brede Regeling Combinatiefunctie betekent dit een wijziging van het type uitkering: van een decentralisatie uitkering naar een specifieke uitkering. Hiermee vervalt de inkomensoverdracht via het gemeentefonds. Deze uitname verloopt budgetneutraal (zie ook beleidsveld onderwijs).
b. Financieel effect mei- en septembercirculaire 2023
Hogere rijksuitgaven (nominaal accres)
De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Via de normeringssystematiek van ‘samen de trap op en samen de trap af’ hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van het gemeentefonds. Hierop wordt het gemeentefonds aangepast (ook wel het accres genoemd). Sinds 2022 is het accres gesplitst in een volume- en een nominaal deel. Het volumedeel staat voor de komende jaren vast (tot en met 2026). Het nominale loon- en prijsdeel beweegt mee met de ramingen van het Centraal Planbureau (CPB). Als de inflatie lager uitvalt, dan daalt ook dit deel van de algemene uitkering evenredig mee. De index die hiervoor gebruikt wordt, is het gewogen gemiddelde van 3 indices: de loonvoet sector overheid (60%), de index materiele overheidsconsumptie (20%) en de index overheidsinvesteringen (20%). Bij de berekening van het accres bij de Voorjaarsnota 2023 van het rijk is rekening gehouden met de loon- en prijsontwikkeling uit het Centraal Economisch Plan (CEP) raming 2023. Als gevolg van de hogere inflatie vallen deze percentages nu hoger uit. Vanaf 2023 is voor alle jaren sprake van een opwaartse stijging van het nominale accres ten behoeve van loon- en prijsstijgingen. Deze stijging omvat voor heel Nederland ongeveer € 272 miljoen in 2023 (inclusief extra prijscompensatie 2022). Voor Purmerend betekent dit een plus in 2023 van ruim € 0,63 miljoen.
Onderzoeksagenda herijking verdeling gemeentefonds
Met ingang van 2023 is de herverdeling van het gemeentefonds van kracht. De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) en de VNG hebben aangegeven dat het nieuwe model weliswaar een verbetering is ten opzichte van het oude model, maar dat verder onderzoek nodig is. Onderzoek naar de stapelingsproblematiek in het sociaal domein, naar de overige eigen middelen en naar de maatstaf eenpersoonshuishoudens. De eerste 2 onderzoeken zijn inmiddels opgestart en de uitkomsten worden in 2024 verwacht. De uitkomsten van deze onderzoeken verwachten wij niet eerder dan 2024. Door het later opstarten van deze onderzoeken komt de eerste tranche van € 300.000 voor 2023 te vervallen. Voor de jaren 2024-2027 blijft de stelpost van € 1,3 miljoen intact.
Voorschot BCF plafond 2023
Het BTW compensatiefonds (BCF) en het gemeentefonds zijn communicerende vaten. Gemeenten kunnen betaalde BTW claimen via het BCF. Het Rijk heeft een plafond aangebracht in de declaraties. In de septembercirculaire wordt jaarlijks een voorschot verstrekt. Net als het accres is het BCF plafond ook gefixeerd voor 2022-2026. De verwachte ruimte onder het plafond ten opzichte van de septembercirculaire 2022 is gestegen door intensiveringen uit het coalitieakkoord waardoor het plafond hoger is geworden. Dit geeft voor Purmerend een incidenteel voordeel van € 1,7 miljoen.
Aantrekken langlopende geldleningen
De financieringsbehoefte van de gemeente wordt gedurende het jaar afgedekt met kasgeldleningen. ln de programmabegroting 2023 is rekening gehouden dat tot een maximum van € 49,8 miljoen vaste geldleningen aangetrokken mogen worden. Op dit moment is er nog geen reden om lang geld aan te trekken. De financieringsbehoefte ligt lager voornamelijk als gevolg van lagere investeringsuitgaven en hogere inkomsten (ondere andere gemeentefonds, diverse Spuk's Oekraïne en GALA-gelden). Tot op heden hebben we de financieringsbehoefte van de gemeente kunnen afdekken met kasgeldleningen, waarbij rekening is gehouden met de kasgeldlimiet. De verwachting is dat er pas in november een langlopende lening wordt aangetrokken. Dit betekent een incidenteel voordeel op de te betalen rente voor korte en lange financiering van afgerond € 150.000.
Deelnemingen
Stadsverwarming (SVP)
Om te kunnen voorzien in de (betaalbare) financiering is borgstelling van de leningen door de gemeente Purmerend benodigd en afgesproken in de aandeelhoudersovereenkomst. Met het oog op de schuldpositie van de gemeente is het beleid niet langer geld aan Stadsverwarming (SVP) uit te lenen, maar uitsluitend leningen te garanderen. In 2023 wordt een extra garantstelling verstrekt aan de SVP voor een lening van € 15 miljoen (voor 20 jaar met lineaire aflossing). De lening is met name nodig vanwege geplande investeringen (groei (nieuwbouw en aardgasvrij), verbeteringen van het bestaande warmtenet en investeringen in de huidige warmteproductiemiddelen, vervangen afleversets niet in eigendom SVP en de slimme meters). Daarnaast dienen er aflossingen plaats te vinden op de reeds door SVP aangetrokken leningen. De in 2023 aan te trekken lening is de eerste lening binnen het in september 2023 door de raad afgegeven leningplafond voor de jaren 2023-2026. Binnen het leningplafond resteert nog € 50 miljoen (€ 65 miljoen minus € 15 miljoen). SVP is niet voornemens in 2023 nog een nieuwe lening aan te trekken. De risicoprovisie die de gemeente Purmerend hiervoor ontvangt (1 %) is in de begroting aangepast. Deze hogere provisie laat samen met de actualisatie op de overige deelnemingen een voordeel zien van € 31.250 voor de algemene middelen. Het structurele effect wordt meegenomen in de Voorjaarsnota 2024.
Alliander BV
Het resultaat na belastingen is in 2022 lager uitgevallen bij Alliander. Dit heeft een effect op de ontvangen dividenduitkering in 2023 die hoger was geraamd. Hiervoor wordt de begroting incidenteel verlaagd met € 76.000.
Het saldo van het overzicht Overhead stijgt met ruim € 0,8 miljoen tot ruim € 29,2 miljoen nadelig. Dit wordt veroorzaakt door € 0,8 miljoen hogere lasten. De belangrijkste wijzigingen zijn:
BV121 Overhead | Lasten | Baten |
---|---|---|
Indexatie Microsoft licenties (I) | ||
Door een hoge indexering voor de kosten van de Microsoft licenties, is het budget niet toereikend. Deze extra kosten worden bijgeraamd. | -100 | |
Loonkosten (S) | ||
De actualisatie en de verdeling van de loonkosten op de programma's zijn integraal bijgesteld zodat deze per beleidsveld een betere weergave zijn van de werkelijke personele inzet. | -272 | |
Zwangerschapsverloven (I) | ||
In 2023 waren er veel zwangerschapsverloven binnen het personeel. Om het werk op te vangen is er meer personeel ingehuurd dan verwacht, wat resulteert in hogere lasten. | -150 | |
Diverse | ||
Afwijkingen lager dan € 100.000 | -307 | |
Totaal | -829 |
Beschoeiingen Stadhuis
Naar aanleiding van de aanbesteding is gebleken dat, door de vertraging in de werkzaamheden, de kosten met betrekking tot de gevel van het Stadhuis hoger uitvallen. Hierdoor is de investering geïndexeerd met € 35.894.
Gedurende 2022 is tussen de gemeente en de Belastingdienst overeenstemming bereikt over de te hanteren openingsbalans voor de vennootschapsbelasting. De gemeente Purmerend is met ingang van 2017 vennootschapsbelasting plichtig. Op het moment van uitbrengen van deze Najaarsnota zijn de aangiften 2017 tot en met 2021 ingediend voor de voormalig gemeenten Purmerend en Beemster. De aangifte 2022 is in concept opgesteld en wordt op korte termijn ingediend. Er is in deze Najaarsnota nog geen rekening gehouden met de vennootschapsbelasting over het jaar 2023. De vennootschapsbelasting over 2023 wordt in de jaarrekening 2023 opgenomen. Het voordeel van de vennootschapsbelasting van € 145.000 zoals verwerkt in deze Najaarsnota betreft een voordeel van € 159.000 die voortvloeit uit de aangifte 2021 van de voormalige gemeente Beemster. Daarnaast ontstaat er een bijstelling van de vennootschapsbelasting last over 2022 ter hoogte van € 14.000.Deze bijstelling betreft het verschil tussen de concept aangifte 2022, verwerkt in de jaarrekening 2022, en de aangifte 2022 die op korte termijn wordt ingediend.